Technische development termen die je als Product owner moet kennen

Door Thomas van Eldijk
Bijgewerkt op 13 maart 2025
0

Als product owner ben je vooral bezig met het verbeteren van je website of webapplicatie. Dat doe je samen met een team van designers en developers maar die gebruiken soms technische termen zoals OTAP of 'merge request' in hun communicatie om ervoor te zorgen dat je begrijpt wat er bedoelt wordt is het handig om globaal te weten wat deze termen betekenen.

Vandaar dat we hieronder een lijst hebben gemaakt met veel voorkomende technische termen tijdens de ontwikkeling van een website of webapplicatie. ( Mocht je een term missen, vermeld hem in het reactie gedeelte onderaan deze pagina en we voegen een uitleg toe. )

Audit

Een audit is een systematische controle van een proces, systeem of organisatie om te beoordelen of deze voldoet aan bepaalde normen, wetgeving of kwaliteitsrichtlijnen. Dit kan een technische audit zijn (zoals codebeoordeling of beveiligingstesten) of een procesmatige audit (zoals een compliance-check). Audits helpen bij het identificeren van risico’s, verbeterpunten en het garanderen van betrouwbaarheid en kwaliteit. Kritieke punten die gevonden worden tijdens de audit kunnen tijdens de inbeheername ( zie volgende punt ) worden verbeterd.

Inbeheername

Inbeheername is het proces waarbij een systeem of applicatie officieel wordt overgedragen aan een beheerteam na ontwikkeling of implementatie. Dit houdt in dat het product voldoet aan de gestelde eisen, goed gedocumenteerd is en dat onderhoudsprocessen zijn ingericht. Tijdens de inbeheername worden verantwoordelijkheden, supportafspraken en monitoring geregeld, zodat de applicatie stabiel en veilig blijft functioneren in de productieomgeving.

OTAP

OTAP staat voor Ontwikkeling, Test, Acceptatie en Productie, een model dat wordt gebruikt om software gefaseerd en gecontroleerd naar productie te brengen. In de ontwikkelomgeving (O) wordt nieuwe code geschreven, in de testomgeving (T) wordt deze getest, in de acceptatieomgeving (A) wordt de software gevalideerd door eindgebruikers of stakeholders, en pas daarna wordt deze naar de productieomgeving (P) gebracht, waar het daadwerkelijk in gebruik wordt genomen.

Git

Git is een versiebeheersysteem waarmee ontwikkelaars code kunnen beheren, samenwerken en wijzigingen bijhouden. Het maakt het mogelijk om verschillende versies van een project te beheren, wijzigingen terug te draaien en samen te werken via branches en merge requests. Git wordt vaak gebruikt in softwareontwikkeling en biedt een gedistribueerde werkwijze, zodat meerdere ontwikkelaars parallel kunnen werken zonder elkaar in de weg te zitten.

Merge request

Een merge request (MR) is een verzoek om wijzigingen in de codebase samen te voegen met de hoofdversie van een project, meestal in een Git-repository. Dit gebeurt nadat een ontwikkelaar code heeft geschreven in een aparte branche. Voordat de merge wordt uitgevoerd, wordt de code beoordeeld door collega’s via een code review om fouten of verbeterpunten te identificeren. Merge requests zorgen ervoor dat wijzigingen gecontroleerd en gestructureerd worden doorgevoerd.

Branch

Een branche (of "branch") is een aftakking van een codebase waarin ontwikkelaars wijzigingen kunnen aanbrengen zonder de hoofdversie te beïnvloeden. Dit wordt vaak gebruikt in samenwerking aan softwareprojecten om nieuwe features of bugfixes te ontwikkelen en te testen voordat ze worden samengevoegd met de hoofdversie. Na goedkeuring via een merge request worden de wijzigingen geïntegreerd.

Testomgeving

Een testomgeving is een omgeving waarin software wordt getest voordat deze in productie gaat. Hier kunnen ontwikkelaars en testers functionaliteiten valideren en bugs opsporen zonder impact op live gebruikers. Een testomgeving bootst vaak de productieomgeving na, maar bevat testdata en kan gebruikt worden voor automatische of handmatige tests.

Acceptatieomgeving

Een acceptatieomgeving is de laatste testfase vóór productie. Hier controleren klanten, product owners en andere stakeholders of de software voldoet aan hun verwachtingen. Dit is de omgeving waar de gebruiker goedkeuring geeft voordat de software definitief wordt uitgerold naar de productieomgeving.

Code review

Een code review is een controleproces waarbij de code van een ontwikkelaar wordt beoordeeld door collega’s voordat deze wordt samengevoegd met de hoofdcodebase. Dit helpt om fouten, beveiligingsrisico’s en onduidelijke code te identificeren. Code reviews verbeteren de codekwaliteit en verhogen de kennisdeling binnen een team.

Epic

Een epic is een grote taak of projectdoelstelling binnen een agile werkwijze, die is opgesplitst in kleinere user stories of taken. Epics worden gebruikt om grote functionaliteiten of verbeteringen te beheren en helpen bij het structureren van werk binnen sprints of releases.

Scrum

Scrum is een agile werkwijze voor softwareontwikkeling waarbij teams werken in korte iteraties, sprints genoemd. Het team werkt met een backlog, waarin taken (issues) worden bijgehouden. Elke sprint duurt meestal 1 tot 4 weken en eindigt met een evaluatie en een demonstratie van de voortgang. Scrum zorgt voor flexibiliteit, continue verbetering en snelle oplevering van functionaliteit.

CMS

Een CMS (Content Management Systeem) is een softwaretoepassing waarmee gebruikers eenvoudig content op een website kunnen beheren zonder technische kennis. Voorbeelden zijn Drupal en WordPress. Een CMS biedt functionaliteiten zoals pagina’s aanmaken, media beheren en gebruikersrechten instellen.

Storypoints

Storypoints zijn een eenheid in agile ontwikkeling die de complexiteit en inspanning van een taak aangeven. Ze worden bepaald door het team op basis van factoren zoals verwachte moeilijkheid, risico’s en benodigde tijd. Storypoints helpen bij het plannen en verdelen van werk in een sprint.

Kanbanbord

Een Kanbanbord is een visuele tool om de voortgang van taken in een project weer te geven. Het bestaat meestal uit kolommen zoals "To Do", "In Progress" en "Done". Teams kunnen taken verplaatsen om overzicht te houden. Kanban wordt vaak gebruikt in agile ontwikkeling om workflow te optimaliseren.

Framework

Een framework is een set van tools, bibliotheken en richtlijnen die de ontwikkeling van software vereenvoudigen. Voorbeelden zijn Laravel (PHP), React (JavaScript) en Symfony. Frameworks versnellen ontwikkelprocessen door herbruikbare componenten en best practices te bieden.

Issue

Een issue is een geregistreerd probleem, taak of verbetering binnen een project. Dit kan variëren van een bug in de software tot een nieuwe functionaliteit. Issues worden meestal bijgehouden in tools zoals Jira of GitHub en helpen bij het plannen en prioriteren van werk.

Stakeholder

Een stakeholder is iemand die belang heeft bij een project of product, zoals klanten, gebruikers, management, ontwikkelaars en externe partners. Stakeholders beïnvloeden de eisen en prioriteiten en spelen een rol bij besluitvorming en evaluatie van het eindproduct. De Product Owner is een brug tussen de stakeholders en het development team. ( zie term hieronder ).

Product owner (PO)

Een Product Owner (PO) is verantwoordelijk voor de productvisie en prioritering van de backlog in een Scrum-team. De PO vertaalt businessbehoeften naar taken en zorgt ervoor dat het team, binnen het budget blijft en werkt aan de belangrijkste en meest waardevolle functionaliteiten voor de gebruikers.

Productieomgeving

De productieomgeving is de live omgeving waarin een applicatie of website daadwerkelijk wordt gebruikt door eindgebruikers. Dit is de meest stabiele en beveiligde versie van de software, waarin alleen goedgekeurde wijzigingen worden doorgevoerd om risico’s te minimaliseren.

Preproductieomgeving

Een preproductieomgeving is een geving die de productieomgeving zo goed mogelijk nabootst. Hier worden updates en wijzigingen getest voordat ze naar de live omgeving gaan. Dit helpt om problemen te identificeren zonder gebruikers te beïnvloeden. Bij Emble zetten we de pre-productieomgeving in voor klanten die alvast content willen plaatsen of bewerken zonder dat dit op de live / productie omgeving te zien is. Het is niet aan te raden om dit op een test- of acceptatieomgeving te doen omdat deze gebruikt worden door het development team. Content kan in deze omgevingen niet worden opgeslagen of omgevingen kunnen tijdelijk niet bereikbaar zijn omdat het development team hierop aan het werk is.

Cache

Cache is een techniek om tijdelijke data op te slaan en de prestaties van een applicatie te verbeteren. Door veelgebruikte gegevens lokaal op te slaan, zoals webpagina’s of afbeeldingen, worden laadtijden verkort en wordt de server minder belast. Je webbrowser maakt ook gebruik van een eigen caching systeem, hierdoor kan het soms gebeuren dat je een verouderde versie van een website ziet. Je kunt dan bij de instellingen van je browser de cache 'legen'.

Sprint

Een sprint is een afgebakende periode (meestal 1-4 weken, bij Emble werken we altijd in sprints van 1 of 2 weken ) waarin een Scrum-team werkt aan een aantal vooraf bepaalde taken. Aan het einde van een sprint wordt het opgeleverde werk geëvalueerd en gedemonstreerd, waarna een nieuwe sprint start.

Sprintplanning

Sprintplanning is een Scrum-event waarbij het team aan het begin van een sprint bepaalt welke taken uit de backlog worden opgepakt. De Product Owner geeft aan welke issues de hoogste prioriteit heeft en het team schat de benodigde inspanning in, vaak met behulp van storypoints. Tijdens de planning worden taken duidelijk omschreven en verdeeld, zodat iedereen weet wat er verwacht wordt. Het doel is een haalbare sprint backlog op te stellen waarmee het team binnen de sprint een werkend product kan opleveren.

SMTP server

Een SMTP-server (Simple Mail Transfer Protocol) is een server die verantwoordelijk is voor het verzenden van e-mails. Websites en applicaties gebruiken SMTP om automatische e-mails te versturen, zoals bevestigingsmails, notificaties en wachtwoordresets. Websites en webapplicaties sturen vaak e-mails, denk aan een 'ik ben mijn wachtwoord vergeten functie' of een e-mail ter bevestiging van het invullen van een formulier. Een webserver is echter niet geschikt om vanuit te mailen, deels omdat de webserver niet ingericht is als mailserver en maar deels ook omdat de webserver niet gezien wordt als de echte mailserver van een domein. Het is daarom altijd aan te raden een website of webapplicatie te koppelen aan een SMTP-server, zoals je eigen Office 365 server. Wij gebruiken en adviseren brevo.com als mailserver. Hiermee kun je nieuwsbrieven sturen maar ook transactional e-mails versturen. Een voorveeld van Brevo ten op zichte van bv. Mailchimp is dat deze in de EU is gevestigd en zich daarmee moet houden aan EU privacy wetgeving.

Mis je een term in deze lijst? Plaats hem in de comments onderaan dit artikel en we voegen hem toe met een uitleg.

Deel dit artikel

Reactie plaatsen

Reacties

Nog geen reacties geplaatst

Meer inzichten over Open Source